- April 19th, 2022
- Category: Snoet
Patiënt van de maand april: Snoet
Snoet, een dwergkonijntje van 6 jaar oud, had plots weinig fut en ook zijn eetlust was verdwenen.
Patiënt van de maand april
Snoet
Snoet, een dwergkonijntje van 6 jaar oud, had plots weinig fut en ook zijn eetlust was verdwenen.
Bij konijnen is het absoluut noodzakelijk om dan zo snel mogelijk op consultatie te gaan bij de dierenarts. Wanneer een konijn bijna niet of niet meer eet, is dit steeds dringend!
Tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat Snoet een supergrote blaas had. Bij lichte druk op de blaas kon er geen urine uit de plasbuis geduwd worden. Zeker reden dus voor verder onderzoek want dat is levensbedreigend. Op radiografische opname werd een steen waargenomen op het einde van de urethra (plasbuis) van Snoet.
Blaasstenen bij konijnen
Blaas- of urinewegstenen bij een konijn wordt urolithiasis genoemd. Normale urine van een konijn mag een beetje troebel zijn. Het is een probleem als er in de urine van je konijn gruis of zand te vinden is.
Hoe ontstaan blaasstenen bij konijnen?
Konijnen hebben een ongebruikelijk calciumhuishouding. Bij honden en katten wordt de opname van calcium streng geregeld. Als er voldoende calcium is opgenomen, dan wordt de rest via de ontlasting uitgescheiden. Bij konijnen echter wordt altijd al het calcium uit het voer opgenomen, ongeacht of het lichaam het nodig heeft of niet. Het teveel aan calcium zal dan via de nieren en blaas naar buiten moeten. Normaal levert dit weinig problemen op (de troebele urine), echter in sommige omstandigheden gaat dit calcium klonteren in de blaas van het konijn en kunnen er stenen ontstaan.
Waardoor kunnen blaasstenen bij konijnen komen?
Er kan niet altijd een exacte oorzaak gevonden worden voor nier- of blaasstenen. Veelal heeft het te maken met verminderde drankopname of onvoldoende aangepaste voeding, maar soms zijn er ook genetische oorzaken.
De ietwat vreemde calciumhuishouding van het konijn is geen reden op zichzelf om blaasstenen te krijgen, vaak moet er meer tegelijk spelen voordat jouw konijn last krijgt. Een uitzonderlijk hoog gehalte aan calcium in het voer (of drinkwater) kan zorgen voor blaasstenen. Een konijn krijgt te veel calcium binnen als het ongelimiteerd korrels mag eten. Die overmaat aan calcium krijgen ze dan op hun beurt niet altijd meer via het plassen kwijt want deze slaat neer in de blaas en vormt dan ‘zand’. Op termijn vormt het overtollig calcium een steen. Bijkomend gaat een konijn makkelijk verdikken als ze te veel eten. Dan bewegen ze minder en dan gaan ze ook minder plassen, waardoor de eventuele overmaat aan calcium nog minder wordt uitgeplast.
Ook onvoldoende plassen of te weinig wateropname kan leiden tot blaasstenen.
Bij verminderde wateropname denken we aan gebrek tot vers water, medicatie in het water, omgevallen drinkbak…
Minder plassen kan ontstaan doordat jouw konijn bijvoorbeeld pijn heeft. Hij/zij zal dan minder bewegen en minder plassen. Konijnen willen immers niet in hun eigen urine zitten. Een konijn houdt de plas dan liever nog even wat langer op. Een te kleine kooi kan ook zorgen voor blaasstenen, het konijn gaat vermijden om in zijn/haar eigen urine te zitten door niet meer te plassen.
Ook te dikke konijnen hebben moeite, niet alleen met plassen, maar ook met zich verplaatsen door het hok. Hierdoor zullen ze de urine langer ophouden dan konijnen die niet te dik zijn.
Daarnaast hebben gesteriliseerde konijnen en konijnen die alleen gehuisvest zijn, weinig behoefte om hun territorium af te bakenen. Deze dieren zijn hierdoor geneigd minder vaak te plassen.
Aanwezigheid van nier- of blaasstenen kan leiden tot schade aan de blaaswand maar ook tot nierproblemen. Soms komt een steen ook vast te zitten in de urethra. Dit laatste was het geval bij Snoet. Bij blokkade van de urethra moet snel ingegrepen worden, want indien een konijn niet goed kan plassen, vergiftigt het zichzelf met schade aan de nieren als gevolg. Bij volledige blokkage kan de blaas zelfs scheuren.
Hoe kan ik blaasstenen bij een konijn herkennen?
Jouw konijn zal afwijkend plasgedrag vertonen. Bijvoorbeeld heel vaak kleine beetjes plassen. Of plassen op vreemde plekken. Jouw konijn kan ook pijn laten zien tijdens het plassen. Rode urine is niet ongewoon. Ook buiten het plassen kan een konijn met een gekromde rug zitten of een gespannen buik hebben. Dit zijn tekenen van pijn. Ook tandenknarsen hoort hierbij.
De eetlust van jouw konijn kan verminderd zijn of helemaal verdwenen. Ook kan jouw konijn sloom zijn. In sommige gevallen gaat jouw konijn juist extra veel drinken en/of plassen en kan hij/zij zelfs uitgedroogd raken.
Hoe wordt de diagnose blaasstenen bij konijnen gesteld?
De diagnose kan gesteld worden door de dierenarts. Deze zal in de buik van jouw konijn naar de blaas voelen. Daarnaast kan het hem/haar enorm helpen als jij alvast wat urine meebrengt. Het beste is om hier verse urine voor te hebben. Verse urine is urine van niet meer dan 4u oud die het liefst bewaard is in de koelkast. Vaak zal de dierenarts een röntgenfoto maken van jouw konijn, hierop zijn de blaasstenen (en eventueel zand) goed te zien. In sommige gevallen zal de dierenarts ook nog wat ‘steriele’ urine willen van jouw konijn. Bij veel konijnen met blaasstenen wordt ook een blaasontsteking gezien die veroorzaakt wordt door bacteriën. Om dit goed te kunnen onderzoeken moet de dierenarts met een naald in de blaas van het konijn prikken. Dit is niet pijnlijk voor jouw konijn en levert heel veel informatie op voor jouw dierenarts!
Wat is de behandeling van blaasstenen bij konijnen?
Het operatief verwijderen van de blaasstenen is eigenlijk de enige ‘echte’ oplossing voor blaasstenen. Jouw konijn moet hiervoor onder narcose. Gelukkig is de operatie zelf niet zo ingrijpend en zal jouw konijn relatief snel herstellen. Als er alleen maar blaaszand aanwezig is, kan de dierenarts overwegen om de blaas te spoelen. Hij/zij zal dit doen terwijl het konijn onder sedatie of anesthesie is, de buik van jouw konijn hoeft dan niet open gemaakt te worden.
Na de operatie of het spoelen van de blaas zal jij jouw konijn nog een tijdje pijnstillers moeten geven. Deze zijn niet alleen om de pijn van de operatie te verminderen, maar ook om de ontsteking die nog in de blaas zit te verminderen. Als de stenen of het zand uit de blaas is, is de blaas niet direct genezen. Het is dus heel belangrijk om deze ontstekingsremmers te geven.
Als jouw konijn daarnaast ook een bacteriële blaasontsteking heeft, zal de dierenarts jou antibiotica meegeven voor jouw konijn. Veel konijnen knappen na een behandeling en met medicijnen, binnen enkele dagen op.
Bij Snoet hebben we eerst geprobeerd om onder verdoving de steen naar buiten te masseren. Helaas was de steen te groot en hebben we die uiteindelijk toch chirurgisch moeten ingrijpen om te steen te verwijderen. Nadien bleef hij nog een aantal dagen bij ons in de hospitalisatie om aan te sterken. Ook werd zijn vochtbalans via een infuus weer op peil gebracht tijdens zijn verblijf op de praktijk.
Snoet doet het ondertussen supergoed en geniet op zijn oude dag van lekker vers gras in het zonnetje!