Vanaf een jaar of 8 valt uw kat onder de senioren. De gezondheid van uw kat zal langzaam steeds meer aandacht van u gaan vragen. Natuurlijk wilt u nog zo lang mogelijk van uw geliefde kat genieten. Daarvoor is het belangrijk dat u samen met uw dierenartsen een goed team vormt. Als u goed naar uw kat blijft kijken en veranderingen aan ons doorgeeft, dan kunnen wij samen met u ervoor zorgen dat uw kat zo lang mogelijk fit en gezond blijft.

Vaak gehoorde opmerkingen in onze spreekkamer zijn: "hij is nu toch wel oud aan het worden" of "zij begint nu toch wel op te raken". In werkelijkheid zien we maar weinig dieren die echt "op" zijn. Veel vaker lijden deze dieren aan een onderliggende ouderdomskwaal. Ouderdomskwalen zijn aandoeningen die we in verhoogde mate bij het oudere dier zien. Veel van deze aandoeningen kunnen lang onopgemerkt blijven omdat katten niet gemakkelijk laten zien dat ze ziek zijn. Wij adviseren dan ook om je oudere kat zeker jaarlijks te laten screenen. Deze screening heeft tot doel juist deze aandoening in een vroeg stadium te herkennen en te diagnosticeren. Een vroege diagnostiek van deze aandoeningen maakt de prognose voor uw huisdier over het algemeen een stuk gunstiger.
Veel voorkomende aandoeningen bij oudere katten zijn osteoarthrose, chronische nierziekte, hypertensie, hyperthyroidie, diabetes mellitus, gingivitis.

Indien u 1 of meerdere van onderstaande symptomen bij uw kat opmerkt, neem dan zeker contact op met uw dierenarts:

• Uw kat heeft de laaste tijd een veranderd gedrag, verzorgt zichzelf minder, is minder beweeglijk is of slaapt meer
• Vermageren of juist dikker worden
• Problemen met lopen / traplopen / opstaan / springen
• Tegen dingen oplopen / misspringen / onzekerder
• Minder of juist meer eetlust dan normaal
• Meer drinken dan normaal
• Meer plassen dan normaal / urineverlies
• Kortademigheid / hoesten / niezen / neusuitvloeiing
• Schudden met de kop / krabben aan de oren
• Knijpen met de ogen / ooguitvloeiing
• Slomer dan normaal
• Slechte adem / bruine tanden / moeilijk eten
• Regelmatig dunne ontlasting / bloed of slijm in de ontlasting
• Regelmatig braken
• Meer janken / piepen / miauwen dan normaal
• Knobbels in de huid / knobbels in de melkklieren
• Jeuk / meer verharen / kale plekken / doffe vacht / stinkende vacht